Balietikken (of benchslaps, zo u wilt) zijn tamelijk zeldzaam in Nederland. In de Amerikaanse rechtspraak daarentegen komen ze vaak voor. En al helemaal als rechters zich ergeren aan het taalgebruik in hun rechtszaal. In deze Blog leest u over een recent Nederlands voorbeeld afgezet tegen de Amerikaanse praktijk.
Nou, nou, dát was even iets! In tamelijk omzichtige bewoordingen vond de Rechtbank Amsterdam een paar weken geleden dat een verweer van mr. Inez Weksi niet geheel en al te volgen was, tenminste… het was voor de Rechtbank “minder duidelijk wat precies in al die pagina’s wordt betoogd”. De rechtbank vond het “lastig structuur in het betoog te ontdekken” en standpunten waren, “ook door het zeer wijdlopige en grammaticaal niet kloppende taalgebruik, niet eenvoudig te onderscheiden”. Dat was het eigenlijk wel zo’n beetje… (Hier na te lezen, onder punt 3.2 – Algemene opmerkingen over het gevoerde verweer).
Toch waren hele kuddes advocaten boos, niet in het minst natuurlijk Weski zelf. Weski, enigszins complottheoretiserend vanwege het feit dat zij eerder probeerde de rechtbank te wraken omdat de rechters in haar ogen niet onpartijdig waren: “Je kan slechts hopen, dat in hoger beroep wel magistratelijk en onafhankelijk zal worden geoordeeld met respect voor de wet en de advocaten”. Vervolgens vielen een hoop collega’s van Weski haar bij. “Is het aan de rechter om zich op een dergelijke wijze uit te laten over pleitaantekeningen? Ik geloof van niet”, schrijft Van Swaaij bijvoorbeeld in zijn blog, en een aantal advocaten vallen hem bij in de reacties. Ook de NRC spreekt er schande van; in een hoofdredactioneel commentaar schrijft de krant: “Kennelijk was er twijfel bij de rechters of de advocaat wel beschikt over voldoende kennis en vaardigheden om een goed verweer te kunnen voeren”.
En al gauw was er sprake van een benchslap (of een bench slap of een bench-slap, afhankelijk van welke krant/blog/commentaar/woordenboek etc. u wilt volgen; weet dat er geen Engels equivalent voor het Groene Boekje bestaat). Een benchslap is (volgens de 10e editie van Black’s Law Dictionary, 2014 waarin het woord voor het eerste werd opgenomen) een judge’s sharp rebuke of counsel, a litigant, or perhaps another judge, esp., a scathing remark from a judge or magistrate to an attorney after an objection from opposing counsel has been sustained. Een balietik, dus.
Niet voor niets is benchslap (laten we de spelling van Black’s maar aanhouden) van Amerikaanse makelij. In tegenstelling tot de Nederlandse praktijk komt dat daar erg vaak voor, met name in de Appelate Courts (ofwel: in de hogerberoepszaken) is dit schering en inslag. Balietikken worden daar zó vaak uitgedeeld dat er verschillende categorieën voor in het leven zijn geroepen (vertical benchslaps, horizontal benchslaps, reverse benchslaps, flying benchslaps, General benchslaps, inter-article benchslaps, voor een nadere uitleg: klik hier) en er zijn zelfs Best-of-the-Year nominaties mee te winnen!
Verreweg de meeste balietikken echter, vallen in de categorie Learn to Proofread, You Idiot–benchslap, ofwel precies de categorie waaronder we de recente Weski-balietik kunnen scharen. In Judges on Effective Writing geeft Bryan Garner een korte bloemlezing van wat verschillende Amerikaans rechters hebben te zeggen over het taalgebruik in hun rechtbanken. Daarmee vergeleken is de Weski-balietik een lieftallig aaitje over haar hoofd van bezorgde, maar goedbedoelende, ouders. Iets dergelijks vindt Paulien Cornelissen in het NRC overigens ook.
Wat mij betreft mogen balietikken voor niet te volgen taalgebruik in Nederland veel vaker worden uitgedeeld. Schrijfregel Numero Uno: Weet Voor Wie U Schrijft. En als zelfs de Rechtbank een pleidooi niet meer kan volgen, is ergens iets goed mis. Dit nog afgezien van het feit of het nu wel zo handig is om de Rechtbank tegen de haren in te strijken. Ik hoop dat de advocatuur zich dit eens meer te harte gaat nemen. En misschien kunnen we dan ook stoppen om angstaan-jagende woorden als “magistratelijk” en “de Magistratuur” te gebruiken?
Over de auteur
Peter Peek is een van de eigenaren van Branch Out Legal, een trainingsorganisatie dat zich concentreert op trainingen Legal English voor de juridische sector. Hij is afgestudeerd in Kunstgeschiedenis en Scandinavische Taal- en Letterkunde. Peter werkt al meer dan 25 jaar in Sales & Client Services binnen de wereld van Corporate Training en voordat hij met Nicola Courtney Branch Out begon, werkte hij voor een aantal internationale trainingsinstituten. Hij begrijpt de trainingsvraagstukken die organisaties hem voorleggen en weet daar creatieve oplossingen bij te vinden. De laatste jaren concentreert hij zich met Branch Out Legal op de juridische dienstverlening. Peters realistische en georganiseerde aanpak zorgen ervoor dat klanten dikwijls een langdurige relatie met Branch Out aangaan. Bij Branch Out is Peter verantwoordelijk voor marketing, verkoop en klantencontact.