top of page
Writer's pictureLegal Business World

Nieuwe regels, maar het liefst betere regels voor de ondernemingspraktijk


Ondanks de roep om deregulering, die in de vorige eeuw begon, komen er nog steeds nieuwe regels. De nieuwe regels zijn vaak gecompliceerder. Kennelijk is dat onontkoombaar. Het is wel goed dat bij de totstandkoming van regels op het gebied van het ondernemingsrecht vaker wordt geluisterd naar de praktijk: waaraan heeft de ondernemingspraktijk behoefte. Praktiserende advocaten en notarissen nemen van harte deel aan de discussies, vooral via de vakbladen, maar de stem vanuit de back office van de onderneming, de bedrijfsjuristen, is net zo belangrijk. De toenemende regeldichtheid leidt vaak tot meer werk voor de ondernemingen, in de zin van bijvoorbeeld compliance en aanpassingen van contracten. Ondanks de bemoeienis van Actal (Adviescollege toetsing regeldruk) stapelt het werk voor de ondernemingen en de daarin werkzame juristen zich op. Een wapenfeit voor de ondernemingsrechtpraktijk: de wijziging van de regels omtrent personenvennootschappen is niet doorgegaan – in ieder geval naar het zich liet aanzien – als gevolg van protest van de werkgeversorganisaties (misschien wel de natuurlijke bondgenoot van bedrijfsjuristen). De nieuwe regeling levert geen praktische voordelen op, deze blijft ingewikkeld. Het wetsvoorstel werd in 2012 ingetrokken.

Een paar andere mooie voorbeelden van het zichtbaar maken van de behoefte en rechtsopvattingen in de praktijk is het kwantitatieve onderzoek dat incidenteel is uitgevoerd onder bedrijfsjuristen. Denk aan het onderzoek naar de opvattingen die in de ondernemingspraktijk leefden over het leerstuk van afgebroken onderhandelingen: in welk stadium vindt men dat onderhandelingen afgebroken zouden moeten kunnen worden? Uit dat onderzoek bleek dat bedrijfsjuristen een andere mening hadden dan de tendens die uit de rechtspraak naar voren kwam; een groot aantal ondervraagden was van mening dat afbreken tot vlak voor contractsluiting mogelijk moest zijn. Dit onderzoek mondde uit in een dissertatie (M.R. Ruygvoorn, Afbreken van onderhandelingen, 2005). Ook prof mr. Ch. Gielen verrichtte onderzoek onder bedrijfsjuristen door het houden van een enquête. Zijn onderwerp was de manier waarop bedrijfsgeheimen zouden moeten worden veiliggesteld. Dit onderzoek was de basis voor een preadvies voor de Nederlandse Vereeniging handelsrecht (1999).

Een ander terrein waarop naar mijn mening behoefte bestaat aan empirisch materiaal als basis voor een wettelijke regeling is het leerstuk van het tegenstrijdig belang. Er is onlangs een wetsvoorstel om de regeling die sinds kort voor NV’s en BV’s geldt ook van toepassing te laten zijn op verenigingen en stichtingen ter consultatie voorgelegd.

Door de vorm van de consultatie -een concreet wetsvoorstel- heeft helaas geen fundamentele discussie over de wezenlijke vraagpunten van optimale regeling van gedrag binnen ondernemingen plaatsgevonden. Het doordenken van regelingen en het luisteren naar de praktijk vindt beter plaats als de principiële vragen worden gesteld: hoe belangrijk vindt men het voorkomen van tegenstrijdig belangsituaties in de praktijk, wat vinden directiesecretarissen een werkbare en realistische regeling, moeten rechtspersonen in een wettelijke regeling worden gedwongen regels te stellen over het voorkomen van tegenstrijdig belangsituaties of wil je dat overlaten aan de oprichters of leden/aandeelhouders van de rechtspersoon. Onderzoek naar de beleving en behoefte in de ondernemingspraktijk en praktijk van non profitinstellingen levert waarschijnlijk een duidelijker richting op voor een toekomstige regeling dan het resultaat van de recente internet consultatie.

Bernadette van Leeuwen adviseert en traint onder de naam JuristvandeZaak bedrijfsjuridische afdelingen in profit en non profitorganisaties op het gebied van juridisch risicomanagement en compliance. In het verlengde daarvan adviseert zij ook advocatenkantoren op het gebied van klantrelaties. Zij was eerder universitair docent, advocaat en bedrijfsjurist. Zij is initiatiefnemer van het boek getiteld “beroep: Bedrijfsjurist, een praktische handleiding voor bedrijfsjuristen” (2009). Tevens is zij universitair docent ondernemingsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam

bottom of page