Het begint in Nederland steeds meer door te dringen: Klare Taal is belangrijk! Zie het redactionele stuk van Peter Louwerse in het septembernummer van Mr. en de hier al eerder aangehaalde blog van Maarten Feteris, president van de Hoge Raad.
In de Verenigde Staten woedt het debat al veel langer. Onlangs nog schreef de Amerikaanse hogerberoepsrechter Richard Posner in een recent arrest: To repeat what I said at the outset, I don’t disagree with the decision to affirm the district court. I disagree merely with the rhetorical envelope in which so many judicial decisions are delivered to the reader. Judicial opinions are littered with stale, opaque, confusing jargon. There is no need for jargon, stale or fresh. Everything judges do can be explained in straightforward language – and should be, zo citeert de Wall Street Journal hem.
“Jargon”, we hadden het er vorige week ook al over (lees hier). Toen beweerde ik dat je een groot verschil moet maken tussen “jargon” aan de ene kant, en “vaktaal” aan de andere kant. En als je Posners arrest goed leest (blz. 17-22) is de eerbiedwaardige rechter in het geheel niet tegen het gebruik van “vaktaal”, maar juist heel erg tegen het gebruik van archaïsche woorden/overbodig-heden/al dan niet opzettelijke verdoezelingen/opbouw van zinnen/subsidiare grondslagen etc. eromheen: … but I have reservations about some of the verbal formulas in the majority opinion. I do not criticize the majority for reciting them, because they are common, orthodox, even canonical. But they are also inessential and in some respects erroneous, and on both grounds ripe for re-examination.
ICT-jurist Arnoud Engelfriet schreef er in juni een lezenswaardige blog over (klik hier) Lezenwaardig, zeker, maar nog veel lezenswaardiger is de stortvloed aan reacties op deze blog. Uit de meeste reacties valt namelijk op te maken dat “jargon” telkens wordt verwisseld met “vaktaal”. Ja, in juridisch taalgebruik is er ongetwijfeld een (juridisch) verschil tussen ‘verboden’, ‘onrechtmatig’, en ‘wederrechterlijk’, en er zullen legio voorbeelden te geven zijn… Die verschillen (en de daaraan verbonden consequenties) zijn er in de loop van x jaren rechtsspraak ingeslopen. Vaktaal, dus. Gebruikt om juridische nuances aan te geven, nuances die in “gewone taal” (als zoiets al bestaat, tenmniste…) niet, of veel minder, bestaan.
Het gaat Posner (en met hem de Plain English-beweging en de Nederlandse tegenhanger Begrijpelijk Nederlands) niet om het uitbannen van deze nuances, maar om het taalgebruik erom heen, dat dus wat onder “jargon” moet worden verstaan. Ik heb het hier al (veel) vaker gezegd: het is heel wel mogelijk om complexe materie (juridisch of niet) in Plain English/Begrijpelijk Nederlands uit te drukken… Gewoon een beetje je best doen! Daarnaast blijft het voor niet-Engelsen botweg stukken makkelijker om zich van Plain English te bedienen… twee vliegen in één klap.
In Engelfriets blog wordt nog even het Project Motiveringsverbetering in Strafvonnissen (Promis) aangehaald. Inderdaad een stap in de gewenste richting, maar nou niet precies van Neill Armstrong-achtige dimensies.
Waar Neill Armstrong eventueel een beetje trotser op zou kunnen zijn, is een recent initiatief van de Europese Unie. De EU publiceerde onlangs een lijst van Engelse woorden die als “EU-jargon” worden aangezien en geeft daar een alternatief voor (klik hier) (In deze ze lijst staat overigens ook dat het wellicht beter is om Holland te gebruiken dan Netherlands, maar dit terzijde).
Maar opnieuw: het blijft bij “woorden”. Het gaat bij Plain English/Klare Taal om zo veel meer dan alleen de woorden, maar het is in ieder geval een beginnetje…