Vorige week schreven we hier dat er geen Engels equivalent bestaat voor de Nederlandse Taalunie en dat spelling van het Engels, oneerbiedig gezegd, ‘aan de markt wordt overgelaten’. Misschien gek, maar dat werkt in het algemeen uitstekend. Kranten, bijvoorbeeld, hebben er alle baat bij dat ze door zo veel mogelijk mensen worden gelezen, en als een krant woorden op hun krant-eigen manier gaan spellen, zullen er heel wat lezers afhaken.
In principe bestaat er in het Engels dus geen “goede” en geen “foute” manier van spellen. Als je gelezen wilt worden, is het slechts zaak om je zo veel mogelijk te houden aan de ‘gangbare’ spelling.
Waar de Engelse taal (of de moedertaalgebruiker) dan weer wél veel nadruk op legt, is de stijl waarin iets wordt geschreven. In het Nederlands is er een groot verschil tussen aan de ene kant ‘spreektaal’ en aan de andere kant ‘schrijftaal’; zodra wij iets schrijven wordt het vanzelf al “officieel”, en gebruiken we plotseling allerlei woorden en zinsconstructies die we nooit zouden gebruiken als we hetzelfde mondeling uit zouden willen drukken. Dat verschil is er in het Engels veel minder. In de Nederlandse schrijftaal, bijvoorbeeld, proberen we op alle mogelijke manieren om een zin maar niet met “ik” te laten beginnen. Iets wat voor Engelstaligen de gewoonste zaak van de wereld is.
Bínnen de wereld van het geschreven woord echter, kent het Engels, grappig genoeg, weer wél erg veel gradaties in beleefdheid, formaliteit, vriendelijkheid en officieelheid. (Of dit eventueel een afspiegeling is van een duidelijker afgebakend klassensysteem of iets dergelijks, wil ik hier even in het midden houden). Bedenk ook dat het Nederlands een u/jij-verschil heeft en het Engels niet. Of wat dacht u van een “Geachte/Beste” verschil in aanhef van correspondentie? Voor (in)formaliteit moet dus een andere oplossing gevonden worden. Voor niet-Engelstaligen vormt dit alles een probleem: je kan dan wel grammaticaal en spellingsmatig alles op orde hebben, maar is het dan “goed”?
In onze Writing Skills-trainingen is “Stijl en Toon” vaak een belangrijk onderdeel. We hebben een lijst van zo’n 20 standaardsituaties binnen schriftelijke correspondentie gemaakt. Deze standaardsituaties kunnen op een formele manier én op een informele/ neutrale manier worden benaderd. Een aantal voorbeelden:
Reason for writing:
Formeel: I am writing in connection with…
Informeel: I’m writing about…
Formeel: Your name was given to me by…
Informeel: I got you name from…
Making requests:
Formeel: I would be very grateful if you would/could…
Informeel: Please could you …
Good news:
Formeel: I am delighted to inform you that…
Informeel: You’ll be glad to know that…
Offering assistance:
Formeel: If you wish, we would be happy to …
Informeel: Do you want me to…?
Om terug te komen op de distinctie goed/fout: alle bovenstaande zinnetjes zijn ‘grammaticaal’ goed, het maakt voor (moedertaal)Engelssprekenden echter veel uit of je de ene of de andere variant gebruikt. Of, met andere woorden: zijn ze ook ‘sociaal’ goed? En denk erom: het staat op schrift, niet zo makkelijk weg te moffelen dus als je oog-in-oog met iemand communiceert. En, zoals eerder gezegd: First Appearances Count!
PS:
Als u de volledige lijst wilt krijgen: laat het me weten en ik mail u deze (p.peek@branch-out.eu).