Hoe korter de dagen, des te korter de teksten. Tenminste, dat denkt het Amerikaanse Supreme Court. Maar maken kortere zinnen en teksten alles wel begrijpelijker? Onderzoek zegt van niet...
Met het korten der dagen, worden ook de zinnen korter… Héél vroeger werden advocaten per geschreven woord betaald. Het lijkt erop dat het Amerikaanse Supreme Court dat nog steeds denkt. Afgelopen maand vaardigde dat Supreme Court in ieder geval nieuwe richtlijnen uit voor wat betreft geschreven documenten die advocaten indienen bij het Supreme Court. Behalve de kleur van de kaftjes waarin deze documenten zouden moeten worden ingediend (afhankelijk van de categorie document van lichtblauw naar donkergroen…), stelde het Supreme Court ook voor om het aantal woorden drastisch in te korten. Opnieuw per categorie werd voorgesteld om het maximum aantal woorden terug tebrengen met tussen de 0 en 25%. Lees hier deze zgn. Proposed Revisions to Rules of the Supreme Court of the United States.
Een coalitie van 18 advocatenkantoren die zich specialiseren in Supreme Court zaken stuurde onmiddellijk een soort brandbrief die erop neerkwam dat die beperking would be harmful to lawyers’ ability to thoroughly and thoughtfully brief issues that are critical to the court’s resolution of the cases before it.
Geen enkel ander onderwerp houdt de gemoederen zo vaak bezig als juist lengte. Of het nu gaat om de lengte van woorden, de lengte van zinnen, van alinea’s of van hele teksten, altijd komt de een of andere vorm van lengte wel tevoorschijn in beschouwingen over (het verbeteren van) de begrijpelijkheid van teksten. We nemen aan dat het Supreme Court zijn nieuwe richtlijnen opstelde om tijd uit te sparen voor andere dingen, maar de coalitie stelt in zijn reactie dat brief writers would often have to sacrifice readability and clarity to meet the word limit.
Er zijn in de loop der jaren zijn de gekste formules bedacht om het opleidingsniveau van lezers te koppelen aan de lengte (en begrijpelijkheid) van zinnen. Zo deelt de, bij o.m de Amerikaans marine gebruikte Flesch–Kincaid Readability Test het aantal woorden van een tekst door het aantal zinnen en trekt die score af van het aantal lettergrepen gedeeld door het aantal woorden. Hoe lager de score, des te moeilijker is een tekst te lezen.
Hoewel legal language-goeroe Brian Garner aanbeveelt om zinnen niet langer dan 20-25 woorden te maken, wijst onderzoek (m.b.v. bijv. oogbewegingsonderzoek) steeds vaker uit dat de lengte van zinnen (mits enigszins binnen bepaalde perken…) niet overdreven veel bijdraagt aan de (on)begrijpelijkheid daarvan. (zie bijv. het proefschrift van Suzanne Kleijn of de reactie van Esther de Boer, kinderrechter Rechtbank Gelderland, op de uitspraken van D66-Kamerlid Groothuizen waar we het vorige week over hadden).
Veel en veel belangrijker voor tekstbegrip zijn de volgende punten:
Probeer zo vaak mogelijk “gebruikelijke” zinsconstructies aan te houden. In het Engels: SVOMPT (Subject-Verb-Object-Manner-Place-Time)
Vermijd zgn. tangconstructies maar houd je aan SVOMPT
Vermijd tot zelfstandig naamwoord “gepromoveerde” werkwoorden (nominalisaties) te herkennen aan woorden die eindigen op -(t)ion of -ment
Blijf hetzelfde woord voor hetzelfde ding gebruiken, en geef geen synoniemen in dezelfde tekst (m.a.w. Avoid Elegant Variation)
Deel uw tekst op in duidelijke alinea’s en aarzel niet koppen te geven aan die alinea’s Maak vaker gebruik van allerhande voegwoorden tussen zinsdelen. Of, nog beter: begin een zin gewoon met een voegwoord! Geen regel die u dat verbiedt…
En zo zijn er meer technieken om uw tekst beter leesbaar te maken. Het gaat lang niet alleen om het vaak geforceerd verkorten van zinnen.
Ironisch genoeg moet daarom worden geconstateerd dat een beperking van het aantal woorden, zoals het Supreme Court voorstaat, hoogstwaarschijnlijk de zinnen alleen maar langer gaat maken. Ook zal de begrijpelijkheid van de teksten inderdaad aangetast worden, zoals de coalitie van advocatenkantoren al stelt. Niet alleen verwachten de advocaten juist méér werk omdat het Supreme Court veel bij “externe” partijen advies gaat vragen, ook voorziet men een explosie van ondoorzichtige acroniemen. SCOTUS is immers maar één woord, Supreme Court of the Unites States al weer snel zes.
Over de auteur
Peter Peek is een van de eigenaren van Branch Out Legal, een trainingsorganisatie dat zich concentreert op trainingen Legal English voor de juridische sector. Hij is afgestudeerd in Kunstgeschiedenis en Scandinavische Taal- en Letterkunde. Peter werkt al meer dan 25 jaar in Sales & Client Services binnen de wereld van Corporate Training en voordat hij met Nicola Courtney Branch Out begon, werkte hij voor een aantal internationale trainingsinstituten. Hij begrijpt de trainingsvraagstukken die organisaties hem voorleggen en weet daar creatieve oplossingen bij te vinden. De laatste jaren concentreert hij zich met Branch Out Legal op de juridische dienstverlening. Peters realistische en georganiseerde aanpak zorgen ervoor dat klanten dikwijls een langdurige relatie met Branch Out aangaan. Bij Branch Out is Peter verantwoordelijk voor marketing, verkoop en klantencontact.